Het belangrijkste nieuws van deze week is het Tweede Kamerdebat over het tekort aan Woningen. In de voorbeschouwingen voorafgaand aan het debat op woensdagavond waren de verwachtingen niet al te hoog gespannen en dat bleek grotendeels terecht.

“Terwijl Nederland kampt met een tekort van meer dan 300 duizend woningen, lijkt politiek-bestuurlijk Den Haag stilletjes aan te accepteren dat deze regering op de woningmarkt geen grote maatregelen meer zal nemen.” Schreef de Volkskrant een dag tevoren. Dat bleek correct.

Meerderheid voor afschaffing verhuurdersheffing
Coalitiepartij het CDA nam de eerste stap door voor te stellen om de verhuurdersheffing af te schaffen, zeer tegen de zin van de VVD. Maar dan wel pas ná de Tweede Kamerverkiezingen van mei 2021. Coalitiegenoten Christenunie en D66 zijn er inmiddels ook voor te porren om deze belasting op sociale huurwoningen af te schaffen. Hiermee heeft zich inmiddels een meerderheid in de Tweede Kamer gevormd. Al voor dit debat hadden ook GroenLinks, PvdA, SP en de PVV zich op enige wijze uitgesproken tegen de verhuurdersheffing.



Het CDA kreeg tevens steun van een meerderheid in de Kamer voor haar voorstel om het Rijk weer meer macht over de woningbouw te geven. Dat schrijft het NRC in een verslag van het debat. Het ministerie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) werd, volgens Tweede Kamerleden van de oppositie en volgens een artikel van Cobouw in oktober 2017 euforisch opgeheven door de laatste Minister van Wonen, Stef Blok. Dit ministerie krijgt naar verwachting een rehabilitatie in 2021.

Het duurt te lang
Verantwoordelijk minister Stientje van Veldhoven erkent de crisis. Maar voor "bouwen, bouwen, bouwen" is "plannen, plannen, plannen" nodig, zei ze. Ze riep gemeenten en provincies op om zo snel mogelijk vergunningen af te geven. En ze wil van woningcorporaties weten waarom die minder goedkope huurwoningen hebben gebouwd.

De minister wilde echter geen antwoord geven op vragen over de betaalbaarheid van woningen, want “daar gaat dit debat niet over” stelde ze. De met name linkse oppositie reageerde daar zeer verontwaardigd op, omdat beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen met elkaar samenhangen. Minister Van Veldhoven had zich echter niet voorbereid op vragen over betaalbaarheid en suggereerde dat de Tweede Kamer dan maar een nieuw debat moest aanvragen. Aangezien het debat over het tekort aan woningen al was aangevraagd in april 2019 en wegens urgentie naar voren gehaald in januari 2020, kan het debat over de betaalbaarheid van woningen niet eerder worden verwacht dan in het najaar van 2021.

Gemeenten wachten nog steeds
Ondertussen wachten gemeenten op besluiten van de Rijksoverheid. Over de normen voor PFAS, bijvoorbeeld. Via Binnenlands Bestuur zegt de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) dat gemeenten nog steeds op een definitieve norm en een handelingskader wachten vanuit het ministerie, die houvast moet geven. Echter, dat is een kleinigheid in vergelijking met de werkelijke reden dat de verlening van vergunningen maar niet opschiet.

Uit een ander artikel van Binnenlands Bestuur blijkt dat de vergunningverlening bijna tot stilstand is gekomen door de onduidelijkheid over de invoering van de Omgevingswet. De Omgevingswet heeft grote gevolgen voor de heffing van de leges voor omgevingsvergunningen. Er komen minder vergunningplichten, de huidige omgevingsvergunning wordt gesplitst in een ‘technisch deel’ en een ‘ruimtelijk deel’ en gemeenten mogen milieuleges gaan heffen.

Tegelijkertijd treedt de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in werking. Deze wet bewaakt de kwaliteit van ontwerp en uitvoering van bouwplannen. Een groot deel van het werk dat gemeenten nu uitvoeren, moet na inwerkingtreding van deze wet door aanvragers van omgevingsvergunningen worden gedaan. Dit gaat gelden voor alle eengezinswoningen, bedrijfspanden met maximaal twee bouwlagen en verbouwingen. Ook over de uitvoering hiervan bestaat veel onduidelijkheid.

CBS: 57.000 woningen 
Deze terughoudendheid in de verlening van vergunningen door gemeenten wordt onderbouwd door de nieuwste cijfers van het CBS. In 2019 werd voor ruim 57 duizend nieuw te bouwen woningen een vergunning afgegeven, 18 procent minder dan in 2018. De vergunde bouwsom voor de bouw en verbouw van woningen bedroeg 10,7 miljard euro, dat is 10,5 procent minder dan in 2018.