Het bedrijf baseert zich op recente gegevens van het CBS. Daaruit blijkt dat in 5 jaar tijd - van 2014 tot het eind van 2018 - naar verwachting zo'n 29.000 kleine woningen worden gerealiseerd in oude panden. Meer dan 90% daarvan wordt door de eigenaren verhuurd. Zij vragen voor de 'microwoningen' hoge huurprijzen, maar door de prijs onder de liberalisatiegrens van 710 euro te houden, heeft de huurder recht op forse huurtoeslag. Zo blijft de huur aanvaardbaar.
De huurtoeslag bedraagt ongeveer een derde van de huursom en is gemiddeld per woning ruim 2.000,- per jaar. Voor alle transformatiewoningen die sinds 2014 in verhuur zijn heeft het Rijk opgeteld inmiddels al ruim 100 miljoen euro aan huurtoeslag uitgekeerd. Voor de gerealiseerde woningen komt hier structureel jaarlijks 50 miljoen euro bij. Dit is nog exclusief de vele kleine woonruimten die via nieuwbouw gerealiseerd zijn. De totale huurtoeslag voor alle woningen in Nederland steeg in de periode van 2012 tot 2017 van 2,3 miljard naar 3,4 miljard euro.
De huurders - momenteel met name nog 'luxe studenten' en starters op de woningmarkt - zijn weliswaar geholpen met de woonruimte, maar ervaren verder geen meerwaarde van de huurtoeslag. De toeslag wordt uiteindelijk betaald door de belastingbetalers. De overheidsbijdrage is vooral belangrijk voor de belegger. Zonder huurtoeslag zouden de kleine woningen in de meeste steden niet te verhuren zijn, maar met de toeslag als bonus wordt het lucratief om leegstaande panden tot zo klein mogelijke huurappartementen om te bouwen.
Over de maatschappelijke wenselijkheid van microwoningen bestaat veel discussie. Critici spreken van inferieure woningen en stellen dat er gebouwd wordt aan een nieuwe bodem in de woningmarkt. Zij denken dat starters alleen uit financiële noodzaak klein gaan wonen. Voorstanders signaleren de trend dat jongeren juist graag in een kleine ruimte willen wonen. Gemeenten juichen de bouw van microwoningen vaak toe: leegstaande kantoren worden herontwikkeld en er worden extra woonruimten gebouwd voor studenten en starters. De ruimten kunnen bovendien gerekend worden tot de voorraad sociale huurwoningen. Corporaties zijn echter veelal terughoudend: zij vrezen op lange termijn sociaal maatschappelijke problemen in complexen met microwoningen. Slechts 8% van de transformatiepanden zijn in eigendom van woningcorporaties.
Honk is een projectontwikkelaar van koop- en huurwoningen.